Op een druilerige novemberavond in Antwerpen komt een man genaamd Frans Laarmans op weg naar huis drie 'zwartjes' tegen. Zo worden ze namelijk in het verhaal beschreven. Het zijn drie Afghaanse zeelui van de bemanning van een Indiërvaarder. Ze zijn op zoek naar een jongedame genaamd Maria Van Dam. Zij zou in de Kloosterstraat 15 moeten wonen. Alleen weten zij niet waar dit is. Frans Laarmans, die hen op deze grauwe avond tegenkwam heeft er eigenlijk niets op tegen om hen te helpen. Hij heeft toch niets te verliezen als hij hen helpt.Zo gaan ze op pad op zoek naar een zekere Maria Van Dam. Het wordt een vlucht naar hun verlangens, want alle drie willen ze trouwen met deze Maria Van Dam, omdat zij diezelfde dag nog vriendelijk was geweest tegen hen. Zij had voor hen het adres genoteerd om haar te komen opzoeken. Echter was dit veel moeilijker dan verwacht. Frans Laarmans gidste hen naar de Kloosterstraat 15, maar daar bleek ze niet te wonen. Toch gaf Frans niet op en bleef hij hen helpen en begeleiden doorheen heel de stad. Zo leerde hij hen beter kennen, begon hij hun geloof te begrijpen en uiteindelijk kwam hij tot het inzicht dat hij niet zoveel verschilde van deze 'zwartjes'. Daarom besloot Frans hen te helpen en begeleiden op hun vlucht naar hun verlangens omdat ook hij deze verlangens nastreefde.
Maak jouw eigen website met JouwWeb